Vergeten graven: de begraafplaatsen van Huize Padua
(Door Henk van de Goor, GGZ Oost-Brabant)
De terreinen waarop psychiatrische instellingen gevestigd waren, veranderen vanaf het laatste kwart van de vorige eeuw ingrijpend. Het worden zorgparken, soms in combinatie met particuliere woningbouw, of worden totaal verlaten. Hiermee verdwijnen ook de daarop gelegen begraafplaatsen. Ze worden geruimd of verpauperen in desolate dodenakkers.
Met het verdwijnen van de begraafplaatsen verdwijnt ook de herinnering aan mensen die er in het verborgene leefden en daarmee cultuurhistorisch erfgoed. De GGZ Oost Brabant, o.a. voortgekomen uit een fusie tussen de psychiatrisch ziekenhuizen Coudewater in Rosmalen en Huize Padua in Boekel, beschikt lange tijd over twee verblijfslocaties. Het landgoed Coudewater wordt verkocht aan een projectontwikkelaar en in 2018 verlaten. De daar gelegen begraafplaats werd In 2015 nog gerestaureerd in een poging om deze voor de toekomst te bewaren. De locatie Huize Padua zal in de komende jaren door de GGZ Oost Brabant worden ingericht tot een levendig landgoed. Hierbij stuitte men op graven die min of meer in de vergetelheid waren geraakt.
Huize Padua
In 1832 beginnen de broeders Penitenten in Boekel met de opvang van geesteszieken. Ze vormen daarmee de eerste katholieke Nederlandse congregatie die zich bezighoudt met psychiatrie.
De eerste opmerkingen in de kronieken van de broeders Penitenten over een begraafplaats dateren uit 1837. Er is dan sprake van een begraafplaats achter het gebouw de Kluis. (Zie foto) Er zijn dan 48 mensen overleden. Na de invoering van de 1e Krankzinnigenwet van 1841 en de erkenning van Huize Padua als bewaarhuis voor krankzinnigen in 1843, groeit het aantal patiënten en broeders gestaag. In 1873 vragen de broeders aan de gemeente Boekel toestemming om de begraafplaats uit te mogen breiden. De gemeente stemt toe. In hetzelfde jaar wordt door de kerkelijke overheid de goedkeuring verleend om de uitvaartmissen voortaan te Huize Padua te laten plaatsvinden. Meer dan een eeuw is deze begraafplaats in gebruik.
Een nieuwe begraafplaats
Waar gezorgd wordt, wordt gebouwd, conform de eisen van de tijd. Vanaf 1946 is sprake van een nieuw in te richten begraafplaats. De oude begraafplaats is dan te dicht in de bebouwde omgeving komen liggen. Besloten wordt om de stoffelijke resten van de broeders over te brengen naar deze nieuwe begraafplaats. Ze komen te liggen in de inhammen bij het calvariekruis. De stoffelijke resten van de patiënten van de eerste begraafplaats worden ook overgebracht naar de nieuwe begraafplaats en in een verzamelgraf gelegd. Vanaf die tijd worden de overledenen van Huize Padua op deze nieuwe plek begraven.
De begraafplaats als spiegel van het leven
Begraafplaatsen zijn levende documenten. Aan de inrichting van een begraafplaats bij een psychiatrische inrichting valt af te lezen hoe de gezondheidszorg in de vorige eeuw is georganiseerd. Tot de invoering van de AWBZ in 1968 is er sprake van klassenbehandeling. De eersteklas patiënten betalen zelf de verpleegprijs, krijgen betere huisvesting, beter eten en dragen eigen kleding. Patiënten die er verblijven op kosten van de gemeenschap moeten het met minder doen. Ze slapen op zalen, eten wat de pot schaft, dragen gestichtskleding en worden ingeschakeld in het bedrijf.
Kenmerkend voor een katholieke begraafplaats is de aanwezigheid van het Calvariekruis waar een pad recht naartoe loopt. De religieuzen en de vooraanstaanden komen dicht bij dit kruis te liggen. In de voorste rijen liggen de eerste klas patiënten en in de achterste rijen de minder bedeelden. Het onderscheid is ook terug te vinden in de kosten van de uitvaart. Volgens een aantekening van een van de broeders uit maart 1915, kost een 1ste klas begrafenis met 60 kaarsen 160,- en met eikenhouten kist f 200,-; 2de klas met 36 kaarsen ( 4 op het altaar en 26 bij de baar f 90 en met draperieën f 100; 3de klas met 18 kaarsen ( 6 op het altaar en 12 bij de baar) f 50. Het onderscheid bij leven wordt op de begraafplaats nog eens postuum herhaald. Te Huize Padua worden geen grafrechten bepaald, noch betaald.
De begraafplaats wordt definitief gesloten
Eind jaren zestig wordt Huize Padua weer opnieuw ingericht. Het bestuur besluit in 1969 om helemaal te stoppen met het begraven op eigen terrein. Het nieuwe wegennet doorkruist de plek waar de broeders Penitenten begraven liggen. De stoffelijke resten van de broeders worden naar het katholieke kerkhof Maria Hemelvaart in Handel overgebracht en in een verzamelgraf gelegd. De nabestaanden van de patiënten en personeel worden voor de keuze gesteld de stoffelijke resten te laten rusten, dan wel elders te begraven. Van dit laatste wordt, behalve door een aantal vooraanstaanden, geen gebruik gemaakt. De stoffelijke resten van de patiënten uit het verzamelgraf van de eerste begraafplaats worden andermaal verplaatst. Bij de operatie worden de manschappen van de gravendienst van de Generaal Spoorkazerne ingeschakeld. De gewezen begraafplaats wordt in het herinrichtingsplan opgenomen als plantsoen. De eenvoudige witte kruisjes blijven nog een tijd staan Uiteindelijk rest een grasveld, omgeven door een haag die de herinnering oproept aan hoe het eens was.
Begraven op Huize Padua, een volgende fase.
(Door Gerrit Verhagen, Piëtas B.V.)
Na de verkleining van de begraafplaats en de uiteindelijke verwijdering van alle zichtbare elementen van de begraafplaats blijft het meer dan een halve eeuw lang stil.
Alleen de omringende beukenhaag is voor degenen die de oude situatie nog kennen een aanknopingspunt voor wat hier is geweest.
De stoffelijke resten die nog aanwezig kunnen zijn, moeten daarvoor worden verplaatst.
Medio 2020 wordt door GGZ Oost-Brabant de opdracht verstrekt aan Piëtas B.V. uit Kaatsheuvel. Deze opdracht bestaat uit het uitvoeren van een proefruiming en het opstellen van een plan van aanpak voor de ondergrondse ruiming van de oude begraafplaats.
Met behulp van een oude plattegrond gaan we de exacte ligging van de graven op deze begraafplaats opzoeken en vastleggen met GPS. Op het grasveld van circa 4000 m2 is ondertussen een kuilhoek voor reserveplanten en een kleinschalige groentetuin voor de cliënten te zien. De rest is nog gewoon gras.
De proefruiming op 20 en 27 oktober 2020.
De beschikbare informatie is summier. Dat is niet ongebruikelijk wanneer een begraafplaats al zoveel jaren gesloten is. Een lijst met namen, opgesteld n.a.v. een aantal bordjes die van de grafmonumenten bewaard zijn gebleven, enkele foto’s en een oude plattegrond. Daar moeten we het voorlopig mee doen.
Met als leidraad de oude luchtfoto en de tekening, starten we onze zoektocht op locatie.
Omdat er op deze locatie slechts éénmalig is begraven, zijn de graven goed te zien aan de kleurverschillen in de ondergrond na het afzetten van de bovenlaag van circa 40 cm.
Al snel blijkt de eerste grafrij meer naar het noorden te liggen dan verwacht.
In twee werkdagen worden totaal 10 proefsleuven gegraven. Dit is voldoende om de ligging van grafrijen te kunnen vaststellen. Tevens treffen we drie afgevulde grafkelders aan, die voor de calvarieberg een prominente plaats op deze begraafplaats innamen.
Achter de calvarieberg in noordelijke richting zijn geen graven aangetroffen.
Op de tekening van de proefruiming zijn dit de proefsleuven 8, 9 en 10 bij de Richtden.
Op de plattegrond was niet duidelijk waar de graven zijn gebleven van de niet-religieuzen, welke op de oude luchtfoto nog wel achter de calvarieberg zichtbaar zijn. Ook op latere luchtfoto’s, die na veel zoeken opduiken uit de archieven van Huize Padua, is door de grote bomenrijen niet te zien of er nog grafrijen aan de oost- en westzijde zijn gelegen.
Door de proefsleuven zien we dat dit wel degelijk het geval is. De veronderstelling dat het zou gaan om 260 graven moet al snel worden bijgesteld naar 355 graven. Dat is best veel voor de 20 jaar dat er op deze begraafplaats is begraven.
Twee van deze graven worden opgegraven, om te kunnen beoordelen hoe de staat is van de stoffelijke resten na het verstrijken van 50 tot 72 jaar.
Omdat we op deze locatie te maken hebben met goed doorlatend grof zand, weliswaar met veel maaskiezels erin, blijken de stoffelijke resten in de vorm van een skelet nog compleet aanwezig.
In overleg met de archeologische dienst, wordt besloten alleen de bovenlaag van zwarte teelaarde af te zetten ter plaatse van de grafrijen, tot een diepte van circa 30 cm. Enkel de graven worden dan verder één voor één ontgraven tot op de stoffelijke resten. Mogelijke archeologische sporen worden daarmee niet verstoord, voor zover dit al niet gebeurd is bij het delven van de graven.
Alle opstaande beplanting, behoudens de omringende beukenhaag, zal moeten worden gerooid om de ruiming te kunnen uitvoeren.
Voor de opdrachtgever wordt een uitgebreid verslag gemaakt van de proefruiming.
Op 4 november 2020 is dit verslag gepresenteerd aan de opdrachtgever.
De opdrachtgever gaat akkoord met de voorgestelde aanpak. Er zal eerst een quickscan worden uitgevoerd in het kader van de Wet Natuurbescherming. De rooiwerkzaamheden worden daarna in januari uitgevoerd, om problemen met nestelende vogels in het voorjaar te voorkomen.
Vaststelling van de locatie van het verzamelgraf.
Het was een uitdrukkelijke wens van de opdrachtgever een verzamelgraf te realiseren op het terrein van GGZ Oost-Brabant Huize Padua zelf. Immers voor veel van de personen, allen mannen en één vrouw, die op deze begraafplaats zijn begraven was Huize Padua hun thuis voor nagenoeg hun hele leven. Echter, dat is nog niet zomaar geregeld.
De Wet op de Lijkbezorging schrijft immers voor dat stoffelijke resten alleen op een begraafplaats mogen worden (her)begraven. En die begraafplaats is er niet meer!
Belangrijk is een locatie waar een permanente en waardige gedenkplaats op het grote terrein van Huize Padua kan worden gegarandeerd.
Bijna aan het einde van de monumentale Oude Laan (op de GPS tekening de Eikelheuvel) is er een prachtige plek. Echter die ligt wel op een plaats met de bestemming “Natuur”, met de daarbij behorende beschermde status.
De gewenste locatie wordt met GPS coördinaten vastgelegd door Piëtas B.V. en die levert ook de nodige (doorsnee)tekening en beschrijving aan van het verzamelgraf wat ontworpen wordt, om circa 8 m3 aan stoffelijke resten te kunnen bevatten. Ter voorkoming van nazakking, zal er een betonplaat op de stoffelijke resten worden aangebracht van 3 x 5 meter. Echter om de omgeving zo min mogelijk te belasten, komt deze verdiept te liggen met 50 cm gronddekking.
De stoffelijke resten krijgen zo ook de vereiste afdekking van 65 cm.
Piëtas B.V. adviseert de opdrachtgever en gaat samen met hem het gesprek aan met de gemeente Boekel. De gemeente blijkt bereid te zijn voor een oppervlakte van 15 m2, een dubbelfunctie van begraafplaats op te nemen in het omgevingsplan. Uitdrukkelijk alleen bestemd voor het herbegraven van een geruimde begraafplaats. In een later stadium komt er mogelijk nog een gedenkteken op het verzamelgraf te staan. Gedacht wordt aan een gestileerde lelie van Cortenstaal. Deze bloem wordt vaak afgebeeld bij de heilige Antonius van Padua, waarnaar deze locatie is genoemd.
Ruiming van 28 april tot 18 mei 2021.
Gewerkt is met een 8 tons graafmachine op rupsbanden en een trilzeeftafel. De stoffelijke resten zijn verzameld in big-bags en tijdelijk opgeslagen in de magazijncontainer.
Hout- of kledingresten zijn nagenoeg niet aangetroffen. Ook geen lijkhoezen, dus de vertering was voor alle personen volledig tot op de skeletdelen verlopen. Grafrij voor grafrij is gewerkt vanaf de jongste graven 3e klasse tot de 1e klasse graven, welke voor en rond de locatie van de voormalige calvarieberg lagen. Uiteindelijk zijn de stoffelijke resten van 353 personen uit de individuele graven verzameld.
Een vraag beantwoord.
Ook is het oude verzamelgraf ontdekt wat is aangelegd na de verkleining van de begraafplaats in de jaren ’70. De locatie was niet bekend, omdat dit op de plattegrond niet was aangegeven.
Dit graf bleek, naar schatting, de stoffelijke resten van 450 tot 500 personen te bevatten. De locatie was niet bekend nog de omvang ervan. Omdat het onder de na de proefruiming gerooide plantkuilhoek lag, was het niet aangetroffen bij de proefruiming.
Waarschijnlijk zijn de stoffelijke resten afkomstig van de ruiming van de eerste begraafplaats van Huize Padua die in de jaren ’50 is geruimd. Daarna is het oude verzamelgraf nogmaals opgegraven bij de verkleining van de begraafplaats in de jaren ’70 en nu dus voor de hopelijk laatste maal vanwege de ruiming in 2021.
Omdat de vergunning voor het nieuwe verzamelgraf slechts een oppervlakte van 3 x 5 meter toestaat, is ervoor gekozen het nieuwe verzamelgraf dieper te graven. Daarmee ontstaat extra ruimte voor de meer dan verdubbelde hoeveelheid stoffelijke resten dan verwacht, vanwege het oude verzamelgraf. Wel is er boven de grondwaterstand gebleven, die in deze tijd van het jaar nagenoeg op het hoogste punt staat.
Onder toezicht van een archeoloog is het nieuwe verzamelgraf gegraven. Er bleken geen sporen van bewoning o.i.d. aanwezig te zijn. De stoffelijke resten zijn los, de big-bags zijn verwijderd, in het nieuwe verzamelgraf geplaatst. Daarna zijn ze afgedekt met een laagje grond, waarop de betonplaat is aangebracht. Op deze betonplaat is de afdekkende grondlaag van minimaal 50 cm aangebracht. Later komt er nog een bescheiden gedenkteken met een bijbehorende uitleg van de geschiedenis van het begraven op Huize Padua op het nieuwe verzamelgraf te staan. De locatie is tevens opgenomen in een wandelroute, die samen met een bezoek aan museum De Kluis op het terrein van Huize Padua, een aanrader is!
De geruimde begraafplaats is geëgaliseerd en zal binnenkort worden ingericht ten behoeve van de nieuwe plannen op Huize Padua.
Oplevering.
De nieuwe fase in de geschiedenis van het begraven op Huize Padua is ingegaan. Wij hopen dat het nieuwe verzamelgraf nog zeer lange tijd de voorbijgangers tot nadenken aanzet. Immers de zorg voor de beperkte medemens, zelfs lange tijd na het overlijden, is een taak voor ons allen.
Kaatsheuvel juli 2021, Gerrit Verhagen, Piëtas B.V.